Jules Verne

Al deelde hij in dit oogenblik ook niet in onze zeer natuurlijke aandoening; zoo liet hij zich toch medeslepen door een gevoel van buitengewone openhartigheid.

Met de toppen zijner vingers drukte hij zacht onze beide handen en begon te glimlachen.

HOOFDSTUK XLV

In Hamburg terug.--Hans vertrekt naar IJsland.--De polen van het kompas verwisseld.

Ziehier het slot van een verhaal, waaraan zelfs zij, die gewoon zijn zich over niets te verwonderen, geen geloof zullen slaan. Maar ik ben van te voren gewapend tegen de ongeloovigheid der menschen.

Wij werden door de visschers van Stromboli ontvangen met al de vriendelijkheid, waarop schipbreukelingen aanspraak hebben. Zij gaven ons kleederen en levensmiddelen. Na twee dagen wachtens bracht een klein open vaartuig ons den 31sten Augustus naar Messina, waar eenige dagen rust ons van al onze vermoeienissen herstelden.

Vrijdag, den 4den September, gingen wij aan boord van de Volturno, eene der paketbooten van de keizerlijk Fransche stoombootmaatschappij, en drie dagen later zetten wij te Marseille voet aan wal, zonder dat ons iets meer kwelde dan die zaak van het vervloekte kompas. Dit onverklaarbare voorval veroorzaakte mij veel muizenissen. Den 9den September kwamen wij 's avonds te Hamburg.

Ik waag het niet om de verbazing van Martha, de vreugde van Graeuben te beschrijven.

"Nu gij een held zijt," sprak mijne lieve bruid, "behoeft gij mij niet meer te verlaten, Axel!"

Ik zag haar aan. Zij lachte door hare tranen heen.

Men kan licht nagaan welk een opzien de terugkomst van professor Lidenbrock te Hamburg baarde. Door de praatjes van Martha was de tijding van zijn vertrek naar het middelpunt der aarde over de geheele wereld verspreid. Men wilde er geen geloof aan slaan en, toen men hem terugzag, geloofde men het evenmin.

Toch brachten de tegenwoordigheid van Hans en verschillende berichten uit IJsland allengs eenige verandering in de openbare meening.

Nu werd mijn oom een groot man en ik de neef van een groot man, dat ook reeds iets is. Hamburg gaf een feest ter onzer eere. Eene openbare zitting had in het Johannaeum plaats, waar de professor een verslag deed van zijn tocht en alleen de zaak van het kompas verzweeg. Dienzelfden dag legde hij het document van Saknussemm in het stedelijk archief neder en drukte hij zijn leedwezen daarover uit, dat de omstandigheden, sterker dan zijn wil, hem niet veroorloofd hadden om de sporen van den ijslandschen reizigers tot in het middelpunt der aarde te volgen. Hij was bescheiden bij al zijn roem, waardoor de achting voor hem nog vermeerderde.

Zooveel eerbewijzingen moesten hem noodzakelijk benijders verschaffen. Hij kreeg er ook, en daar zijne theorie op stellige daadzaken gegrond, in tegenspraak was met de wetenschappelijke stelsels betreffende het inwendige vuur, voerde hij met pen en mond belangrijke twisten met de geleerden uit alle landen.

Ik voor mij kon zijne theorie van de afkoeling niet aannemen: in spijt van hetgeen ik gezien heb, geloof ik en zal ik altijd gelooven aan de inwendige hitte; maar ik geef toe, dat sommige nog duistere omstandigheden die wet kunnen wijzigen door de werking van natuurlijke verschijnselen.

Terwijl die vraagstukken aan de orde van den dag waren, ondervond mijn oom eene ware smart. Hans had, in weerwil van zijn aanhouden, Hamburg verlaten; de man, wien wij alles te danken hadden, wilde niet toelaten, dat wij onze schuld aan hem afbetaalden. Hij kreeg het heimwee naar IJsland.

"Farval!" zeide hij op zekeren dag en met dien eenvoudigen afscheidsgroet vertrok hij naar Reikiavik, waar hij behouden aankwam.

Wij waren bijzonder gehecht aan onzen dapperen eiderjager; zijne afwezigheid zal hem nooit doen vergeten door hen, wier leven hij heeft gered, en stellig zal ik niet sterven zonder hem voor het laatst nog eens gezien te hebben.

Ten slotte voeg ik er nog bij, dat die "Reis naar het middelpunt der aarde" verbazend veel opzien in de wereld baarde. Zij werd gedrukt en in alle talen ove