Jules Verne

"Dat maakt een deel uit van eene engelsche opvoeding."

"En ik," zeide Fix, "ik beweer het ook vrij wel te kennen. Welnu, wij zijn met ons drieen, dus spelen wij met een blinde."

"Zooals gij wilt, mijnheer," zeide Fogg, blijde dat hij zijn geliefkoosd spel weder kon opvatten, zelfs in een spoortrein.

Passepartout werd belast met het zoeken van den stewart en kwam weldra terug met twee volle spellen, fiches, een leitje en een tafeltje met laken overtrokken. Niets ontbrak er. Het spel begon. Aouda kon vrij wel spelen en zij kreeg zelfs nu en dan een complimentje van den ernstigen gentleman. Wat den inspecteur aangaat, deze was van de eerste kracht en waardig de tegenpartij van Fogg te zijn.

"Nu," dacht Passepartout, "zullen wij hem wel binnen houden. Hij zal zich niet verroeren!"

Ten elf uur bereikte de trein het punt waar de stroomen, die naar de twee oceanen loopen, zich verdeelen. Het was te Passe-Bridger op eene hoogte van zeven duizend vijfhonderd tachtig engelsche voeten boven de oppervlakte der zee; een der hoogste punten van den weg, die door het Rotsgebergte loopt.

Nog ongeveer tweehonderd mijlen en de reizigers waren eindelijk op die uitgestrekte vlakte, welke zich tot aan den Atlantischen Oceaan uitstrekt, en die de natuur zoo geheel geschikt heeft gemaakt voor een spoorweg.

Op de helling naar de Atlantische zee ontspringen reeds de rivieren, stroomen of zijstroomen van de Noord-Platte-rivier. De geheele horizon van het noorden naar het oosten was overschaduwd door die onmetelijke halfronde gordijn, welke het noordelijke gedeelte van het Rotsgebergte vormt en waarboven de top van de Laramie zich verheft. Tusschen die rotsgordijn en den spoorweg strekte zich de onafzienbare vlakte uit, welke in alle richtingen door rivieren doorsneden wordt. Rechts van den spoorweg verhieven zich de eerste bergen van den keten, die zich zuidwaarts kromt, tot aan den oorsprong der rivier de Arkansas, een van de groote voedingsstroomen van de Missouri.

Ten half een ure zagen de reizigers even het fort Halleck, dat deze streek in bedwang houdt. Nog eenige uren en de tocht door het Rotsgebergte zou geeindigd zijn. Men mocht dus hopen, dat de reis door deze landstreek zonder ongeluk zou worden volbracht. Het had opgehouden met sneeuwen. Het weer werd koud en droog. Groote vogels vlogen, door de locomotief verschrikt, op. Men ontmoette op de geheele vlakte wolf noch beer. Het was een woestijn in al hare naaktheid. Na een goed ontbijt zetten Fogg en zijne medespelers hun spel weder voort, toen de locomotief een schel gefluit deed hooren. De trein hield op.

Passepartout stak zijn hoofd uit het raampje, maar zag niets, dat tot dit oponthoud aanleiding kon geven. Geen enkel station was in het gezicht.

Aouda en Fix vreesden een oogenblik dat Fogg uit den trein wilde gaan. Maar de gentleman zeide slechts tot zijn knecht:

"Ga eens zien wat er gebeurt." Passepartout sprong uit den waggon. Een veertigtal reizigers hadden den hunne reeds verlater en onder hen was ook kolonel Stamp Proctor.

De trein had opgehouden voor een omgekeerde roode schijf, die zich boven den weg verhief. De machinist en de conducteur waren afgestegen en praatten zeer levendig met den lijn-opzichter, dien de chef van het station Medicine-Bow, het eerstvolgende station, herwaarts had gezonden. De reizigers waren nu eveneens genaderd en namen aan dit gesprek deel. Ook kolonel Stamp Proctor die op hoogen toon sprak en gebiedende gebaren maakte. Passepartout trad nader en hoorde den opzichter zeggen:

"Men kan er onmogelijk over. De brug van Medicine-Bow is gebroken en zou het gewicht van den trein niet kunnen dragen."

De brug, waarvan sprake was, was een hangende brug over een waterval, en op een mijl afstands van de plaats waar de trein nu ophield. Volgens den opzichter dreigde hij op meer dan een punt ineen te storten, daar er verscheidene koorden gebroken waren, en het was niet te wagen om er overheen te gaan. De opzichter overdreef dus in het geheel niet, toen hij zeide, dat men er niet over kon.