Bovendien zou het voldoende geweest zijn, eenige meters onder water te duiken, om er een dragelijke temperatuur te vinden. Twee maanden eerder zouden wij op deze hoogte aanhoudend dag hebben gehad, maar nu werd het gedurende drie of vier uur reeds nacht en later zouden deze poolstreken gedurende zes maanden in een nachtelijk duister gehuld zijn.
Den 15den Maart kwamen wij op de hoogte der Nieuw-Shetlandsche en der Orkney-eilanden. De kapitein deelde mij mede dat deze streken vroeger door een ontzaglijke menigte zeekalven werden bewoond, maar dat Engelsche en Amerikaansche walvischvaarders in hun verdelgingswoede de jongen en de wijfjes doodden, en stilte des doods hadden verwekt, waar vroeger leven en beweging was.
Den 16den Maart, tegen acht uur 's morgens, voer de Nautilus op den vijfentwintigsten meridiaan over den zuiderpoolcirkel; het ijs omringde ons van alle kanten en sloot den gezichteinder. Evenwel stuurde kapitein Nemo van spleet tot spleet en voer immer verder.
"Maar waar gaat hij toch heen?" vroeg ik.
"Recht door zee!" antwoordde Koenraad. "Als hij niet verder kan, zal hij wel ophouden."
"Daar zou ik nog geen eed op durven doen," antwoordde ik.
Doch om ronduit te spreken, moet ik bekennen, dat deze avontuurlijke tocht mij niet onaangenaam was. Ik kan niet zeggen hoe mij de schoonheden van deze nieuwe streken in verrukking brachten. De ijsbergen namen prachtige gedaanten aan. Hier vormden zij een Oostersche stad met ontelbare koepels en moskeeen, daar vormden zij als het ware een in puin gestort oord, dat door een aardbeving verwoest was. De gezichten veranderden elk oogenblik, hetzij door den schuinen stand der zonnestralen, hetzij door grauwen nevel of sneeuwstormen. Dan hoorden wij van alle kanten vreeselijke knallen, ineenstorting of val van groote ijsbergen, waardoor het landschap elk oogenblik van gedaante veranderde.
Als de Nautilus soms onder water voer, wanneer zulke kolossen in elkander stortten, dan plantte zich het gedruisch onder water met een vreeselijke kracht voort; en de val van die gevaarten bracht dan de zee tot zelfs op groote diepte in heftige beweging. De Nautilus slingerde dan als een schip, dat aan de woede der elementen is blootgesteld.
Dikwijls zag ik geen enkelen uitgang en dacht dat wij bepaald waren ingesloten; maar kapitein Nemo werd door een soort van instinct geleid, en ontdekte bij de minste sporen zelf steeds nieuwe openingen, waar hij met zijn Nautilus doorheen kon komen. Hij bedroog zich nimmer op het gezicht van het minste spoor van het blauwgekleurde zeewater tusschen de ijsvlakten. Ik twijfelde er dus niet aan, of hij had zijn Nautilus reeds meer in deze zuidelijke poolzeeen gebracht.
Den 16den Maart echter sloot de ijsmassa ons geheel en al den weg af; het was de ijsbank nog wel niet, doch groote ijsvelden, door de koude aan elkander bevestigd. Deze hinderpaal kon kapitein Nemo niet ophouden, hij dreef zijn vaartuig met vreeselijke kracht tegen de ijsvlakte in. De Nautilus drong als een wig in deze brosse massa, en spleet haar met geweldig gekraak van elkander; het was de oude stormram, door een onbeperkte kracht in beweging gebracht. De stukken ijs werden hoog in de lucht geslingerd en vielen als hagelsteenen weer op ons neer, alleen door zijn voortstuwende kracht boorde ons vaartuig zich een weg. Soms vloog de Nautilus in zijn onstuimige vaart op het ijs, en verbrijzelde dit dan onder zijn zwaarte, dan weer schoot hij er onder, doch deed de oppervlakte, door er slechts wat tegenaan te stampen, vaneen barsten. Gedurende al die dagen overvielen ons hevige sneeuwvlagen; soms mistte het zoo sterk, dat men van het eene einde van het plat niet naar het andere kon zien; de wind draaide plotseling door alle streken van het kompas. De sneeuw vroor zoo hard aan elkaar, dat wij die met het houweel vaneen moesten slaan. Bij een temperatuur van vijf graden onder nul werd de geheele buitenzijde van den Nautilus met ijs bedekt. Op een schip zou men geen enkele manoeuvre hebben kunnen uitvoeren, omdat het geheele want vastgevroren zou geweest zijn; een vaartuig zonder zeilen, door electriciteit in beweging gebracht, zoodat het geen steenkolen noodig had, kon ongestraft zich op zulk een breedte wagen.