Jules Verne

Ik liet den kapitein in de hut van den stervende en ging ontroerd van dit tooneel naar mijne kamer. Ik werd gedurende den ganschen dag door sombere voorgevoelens gekweld. Dien nacht sliep ik slecht, en in mijn dikwijls afgebroken slaap meende ik in de verte te hooren zuchten en lijkzangen zingen. Was dit soms het gebed voor stervenden in die taal, welke ik niet begreep?

Den volgenden morgen ging ik op het plat; de kapitein was er reeds; toen hij mij zag, kwam hij naar mij toe.

"Mijnheer de professor," zeide hij, "hebt gij lust om heden eene wandeling onder zee te maken?"

"Met mijne makkers?"

"Als zij lust hebben."

"Wij zijn tot uw dienst, kapitein."

"Ga dan uwe scaphanders aandoen."

Van den stervende werd er niet gesproken. Ik ging naar Ned Land en Koenraad, en deelde hun des kapiteins voorstel mede. De laatste haastte zich om het aan te nemen, en ditmaal was ook de Amerikaan genegen om ons te volgen.

Het was acht uur 's morgens; een half uur daarna waren wij voor onze nieuwe wandeling gereed; en voorzien van licht- en ademhalingstoestellen. De dubbele deuren werden geopend, en in gezelschap van den kapitein, die door een twaalftal mannen gevolgd werd, stonden wij weldra op tien meter diepte op den vasten bodem, waarop ook de Nautilus lag. Eene lichte helling voerde ons naar een heuvelachtig terrein, dat op vijftien vademen diepte lag; dit was geheel verschillend van de streek, welke wij bij onzen eersten tocht gezien hadden. Hier was geen fijn zand, geen onderzeesch weiland, geen woud van zeeplanten; ik herkende onmiddellijk de verwonderlijke streek, waar kapitein Nemo ons zou rondleiden; het was het rijk der koralen.

De koraal is eene vereeniging van zeer kleine diertjes, welke zich om de brooze en steenachtige huls van een polyp verzamelen. Die polypen hebben een eenigen oorsprong en ontstaan door uitbotting; zij hebben een bijzondere natuur. Het is dus een soort van natuurlijk socialisme. Ik kende de laatste werken, welke over die zonderling gevormde schepsels gescheven waren, en niets kon mij dus meer belang inboezemen, dan een van die versteende wouden te bezoeken, welke de natuur op den bodem der zee geplant heeft.

Onze toestellen van Kuhmkorff werden in orde gebracht, en wij volgden eene koraalbank, welke nog bezig was met zich te vormen, en eens mettertijd dit gedeelte van den Indischen Oceaan zal afsluiten. Onze weg was omzoomd met onuitroeibare struiken, welke gevormd werden door heesters, die met witte stervormige bloemen als bezaaid werden. Echter groeiden die heesters, in tegenstelling van de planten op het vaste land, van boven naar beneden en zaten aan de rotsen vast.

Het licht veroorzaakte schitterende kleurschakeeringen tusschen die heldere takjes; het was als zag ik die cylindervormige pijpjes door de golving van het water trillen; ik had lust om die frissche bloemknoppen te plukken, waarvan sommige pas geopend waren en andere ternauwernood uitbotten, terwijl kleine vischjes, als ware het een zwerm vogeltjes, met vlugge vin er tusschen doorschoten; doch als ik met de hand naar die levende bloemen, naar die bezielde takjes greep, dan was alles eensklaps in opschudding; de witte knoppen weken in roode kokertjes terug, de bloemen verdwenen en het heestertje veranderde in een met kleine uitwassen begroeid stuk steen. Het toeval had mij bij de kostbaarste zooephyten gebracht. Deze koraalsoort was minstens evenveel waard, als die welke in de Middellandsche zee op de Fransche, Italiaansche en Afrikaansche kusten gevonden wordt. De dichters geven haar met recht de namen van "bloedbloem" en "bloedschuim," welke in den handel als de beste soort worden beschouwd. Die koralen kosten tot honderd rijksdaalders het kilogram, en op deze plek lag de fortuin van een wereld van koralenvisschers onder de zee bedolven. Tusschen deze kostbare stof, welke hier vast opeengepakt en bijna niet los te rukken was, vond ik van tijd tot tijd wonderschoone rozeroode koralen.

Weldra echter stonden de struiken dichter op elkander, en de takken werden grooter.