Jules Verne

Hij was inderdaad de eenige met wien ik kon spreken gedurende mijn verblijf op IJsland.

Van de drie kamers, waaruit zijn huis bestond, stelde die uitmuntende man er twee ter onzer beschikking, en weldra waren wij er met onze bagage, over wier omvang de inwoners van Reikiavik een beetje verwonderd waren, te huis.

"Welnu, Axel!" zeide mij mijn oom, "dat gaat goed, het moeielijkste is achter den rug."

"Wat, het moeielijkste?" riep ik uit.

"Zonder twijfel, wij behoeven nog slechts af te dalen!"

"Als gij het zoo meent, hebt gij gelijk; maar als wij nedergedaald zijn, zullen wij toch wel weder moeten opstijgen, denk ik?"

"O! daarover bekommer ik mij niet! Laat eens zien, ik heb geen tijd te verliezen. Ik ga naar de bibliotheek. Misschien is er wel het eene of andere handschrift van Saknussemm in, en dat zou ik gaarne eens raadplegen."

"Dan ga ik intusschen de stad eens door. Zult gij dat ook niet doen?"

"O! daar geef ik niet veel om. Het merkwaardige van IJsland is niet boven, maar onder den grond."

Ik ging weg en dwaalde doelloos rond.

In de twee straten van Reikiavik te verdwalen zou niet gemakkelijk geweest zijn. Ik behoefde dus ook niet naar den weg te vragen, hetgeen in de gebarentaal aan vele vergisssingen blootstelt.

De stad strekt zich op een vrij lagen en moerassigen bodem tusschen twee heuvels uit. Een verbazende lavastroom dekt haar aan den eenen kant en daalt zacht glooiend naar de zee. Aan den anderen kant strekt zich de groote baai van Faxa uit, ten noorden begrensd door den onmetelijken gletscher van den Sneffels, en waarin op dit oogenblik alleen de Valkyrie ten anker lag. Gewoonlijk zijn de engelsche en fransche schepen tot bescherming der visscherij op de reede geankerd; maar zij waren juist in dienst op de oostkust des eilands.

De langste der beide straten van Reikiavik loopt evenwijdig met den oever; daar wonen de kooplieden en winkeliers in hutten van roode op elkander gestapelde balken; de andere straat, meer westelijk gelegen, loopt naar een meertje, tusschen de huizen van den bisschop en andere geen neringdoende personen.

Ik was weldra aan het einde van die doodsche en treurige wegen; somtijds bespeurde ik wat verkleurd gras, gelijk een oud wollen tapijt, dat door het gebruik kaal geworden is, of wel iets dat op een moestuin geleek, welks schrale groenten, aardappelen, kool en latuw met gemak op eene lilliputsche tafel hadden kunnen staan; eenige kwijnende nagelbloemen trachtten ook een zonnestraaltje op te vangen.

Omtrent in het midden der, geen handeldrijvende, straat vond ik de algemeene begraafplaats, omgeven van een aarden muur, en waarop geen gebrek was aan ruimte. Eenige stappen verder kwam ik aan het huis van den gouverneur, een bouwval in vergelijking van het hamburgsche stadhuis, een paleis bij de hutten der ijslandsche bevolking.

Tusschen het meertje en de stad verhief zich de kerk, in protestantschen smaak gebouwd en vervaardigd van verkalkte steenen, die de vulkanen uitbraken; bij hevige westewinden kan het bijna niet anders of haar dak van roode pannen moet afwaaien, tot groote schade der geloovigen.

Op eene naburige hoogte bemerkte ik de nationale school, waar men, zooals ik later van mijn gastheer vernam, hebreeuwsch, engelsch, fransch en deensch onderwees; vier talen, waarvan ik tot mijne schande geen enkel woord kende. Ik zou de laatste geweest zijn van de veertig leerlingen, die deze kleine school telde, en onwaardig om met hen in die kasten met twee afdeelingen te slapen, waarin zwakker gestellen reeds den eersten nacht moeten stikken.

In drie uur had ik niet alleen de stad, maar ook hare omstreken bezocht. Haar voorkomen was in het algemeen hoogst treurig. Geen boomen, geen plantengroei was er om zoo te zeggen te zien; niets dan de kammen der vulkanische rotsen. De hutten der IJslanders zijn van aarde en veen gebouwd en de muren hellen binnenwaarts over; zij gelijken op daken op den grond geplaatst. Die daken zijn betrekkelijk vruchtbare weiden. Dank zij de warmte van de woning, groeit het gras er vrij goed, dat men zorgvuldig in den hooitijd maait, anders zouden de huisdieren op die groene woningen komen grazen.