Jules Verne

Maar hij besloot toch Fix eens bij gelegenheid uit te lachen, zonder zelfs iets te laten ontglippen, dat hem compromitteeren kon.

Woensdag den 30sten October, des middags, stoomde de Rangoon de Straat van Malakka binnen, die het schier-eiland van dien naam scheidt van Sumatra. Bergachtige en steile, maar schilderachtig gelegen eilandjes, benamen aan de reizigers het gezicht op het groote eiland. Den anderen morgen, ten tien ure, had de Rangoon reeds een halven dag gewonnen op den door het reglement bepaalden tijd, en liep zij de haven van Singapore binnen, ten einde daar een voorraad steenkolen in te nemen.

Phileas Fogg schreef dit voordeel op zijn lijst van winst, en ditmaal ging hij aan land, vergezeld van Aouda, die haar wensch te kennen had gegeven om eenige uren te rijden.

Fix, wien elke daad van Fogg zeer verdacht voorkwam, volgde hem zonder opgemerkt te worden. Een zekere angst kwelde hem onophoudelijk; hij vreesde dat Fogg, als hij zich op niet-engelsch grondgebied bevond, daar zou willen blijven; dan was de geheele zaak ongetwijfeld voor het oogenblik verloren.

Passepartout lachte reeds bij voorbaat bij de gedachte hoe Fix daarin te werk zou gaan; intusschen bracht hij zijn tijd door om zijn gewone boodschappen te verrichten.

Het eiland Singapore is niet groot en ook niet indrukwekkend van voorkomen. Het heeft geen bergen, althans geen steile. Toch is het in al zijn eenvoud zeer bevallig. Het is een park doorsneden van tallooze wegen. In een fraai rijtuig, bespannen met vurige paarden, die uit Nieuw-Holland waren aangebracht, zaten Aouda en Fogg; zij reden door een dicht palmbosch met prachtig gebladerte, hier en daar afgewisseld door kruidnagelboomen, waarvan de vruchten gevormd zijn door den knop zelven van de half ontloken bloemen. Hier neemt de peperstruik de plaats in van de doornige heggen der europeesche velden; sagoboomen, hooge varenkruiden met prachtige takken, wisselen deze tropische Flora af; muskaatboomen, met hun schitterend gebladerte, vervulden de lucht met een doordringenden geur. In het bosch ontbrak het niet aan vroolijk dartelende apen en in het diepst der bosschen verscholen zich de tijgers. Hem wien het soms mocht verwonderen, dat deze roofdieren op dit betrekkelijk kleine eiland nog niet tot het laatste toe verdreven zijn, zal men antwoorden dat zij van Malakka komen, door de straat over te zwemmen.

Toen Aouda en Fogg een paar uren door dit landschap gereden hadden, keerden zij in de stad terug, die bestaat uit een hoop zware en lage huizen, allen met prachtige tuinen, waarin mangostanen, ananassen en andere van de schoonste vruchten der wereld groeien.

Ten tien ure kwamen zij weer op de mailboot, gevolgd, zonder dat zij het wisten, door den inspecteur, die ook in de kosten van een rijtuig had moeten vervallen.

Passepartout wachtte hen op het dek van de Rangoon. De zorgende knecht had eenige mangoestanen gekocht, een vrucht welke de grootte heeft van een gewonen appel, die van buiten bruin, en van binnen vuurrood is, en wier witte pit, welke tusschen de lippen smelt, voor de ware liefhebbers een onvergelijkelijk genot oplevert. Hij was zeer in zijn schik dat hij deze aan Aouda kon geven, die er hem recht vriendelijk voor bedankte.

Ten elf ure had de Rangoon hare lading steenkolen ingenomen en lichtte het anker. Eenige uren later verloren de reizigers de hooge bergen van Malakka uit het gezicht, welks bosschen de prachtigste tijgers tot een schuilplaats verstrekken.

Singapore is ongeveer dertien honderd mijlen verwijderd van Hong-Kong, een klein eiland op de chineesche kust, dat aan Engeland behoort.

Phileas Fogg moest dien afstand is zes dagen afleggen, ten einde den 6en November te Hong-Kong te zijn om van daar met de boot naar Yokohama, een van de grootste japansche havens, te komen.

De Rangoon was zwaar geladen. Een aantal reizigers hadden zich te Singapore ingescheept: Hindoes, Ceylaneezen, Chineezen, Maleiers, Portugeezen, die voor het grootste gedeelte allen tweede klasse reisden.

Tot nog toe had men vrij goed weder gehad, maar thans kwam er verandering met het laatste kwartier der maan.