Jules Verne

De trein was op het uur vertrokken, dat door het reglement was bepaald. Hij voerde een zeker aantal reizigers mede, eenige officieren, burgerlijke ambtenaren en kooplieden in opium en indigo, die zich om handelszaken naar het oostelijk gedeelte van het schiereiland begaven.

Passepartout was in denzelfden coupe gezeten als zijn meester. In een anderen hoek zat een derde reiziger. Deze was de brigade-generaal Francis Cromarty, een der whistspelers op de reis van Suez naar Bombay, die zich naar zijne troepen te Benares begaf.

De heer Francis Cromarty was een lang, blond man van vijftig jaar ongeveer, die zich bijzonder onderscheiden had tijdens den opstand der cipayers en voor een inboorling kon doorgaan. Van zijne vroegste jeugd af had hij in Indie geleefd en slechts zelden had hij zich in het moederland vertoond. Hij was een zeer geleerd man, die volgaarne allerlei merkwaardige bijzonderheden zou hebben medegedeeld omtrent de gewoonten, de geschiedenis en het bestuur van Indie, indien Phileas Fogg de man ware geweest om hem die te vragen. Maar deze vroeg niets. Fogg reisde niet, hij beschreef slechts een omtrek. Hij was een vast lichaam, een kring beschrijvende rondom den aardbol, volgens de wetten der werktuigkunde. Op dit oogenblik berekende hij bij zichzelven hoeveel uren hij sedert zijn vertrek uit Londen had afgelegd en hij zou zich in de handen hebben gewreven, indien het in zijn aard gelegen had zulk eene nuttelooze beweging te maken.

De heer Francis Cromarty had de zonderlingheid van zijn reisgezel zeer goed opgemerkt, al had hij hem slechts kunnen bestudeeren met de whistkaarten in de hand. Hij had dus recht te vragen of er een menschelijk hart klopte onder dit koude omhulsel, of Phileas Fogg een gemoed had, vatbaar voor de schoonheden en voor zedelijke natuur. Voor hem was dit nog twijfelachtig. Van alle zonderlingen, die de generaal ontmoet had, was er geen een te vergelijken met dit voortbrengsel der wiskundige wetenschappen.

Philias Fogg had tegenover den heer Francis Cromarty geen geheim gemaakt van zijne reis om de wereld noch van de voorwaarden, waaronder hij die volbracht. De generaal zag in die weddenschap slechts eene buitensporigheid zonder nut, waaraan vooral ontbrak het "rond gaan goeddoende", dat elk redelijk man moet bezielen. Zooals deze gentleman reisde, ging hij bepaald rond zonder iets te doen, voor zich zelven zoo min als voor anderen.

Een uur nadat hij Bombay had verlaten, had de trein de viaducts gepasseerd, het eiland Salsette doorsneden en volgde hij den weg over het vasteland. Bij het station Callian liet hij rechts den tak liggen die over Kandallah en Pounah naar het zuidoosten van Indie loopt, en bereikte hij het station Pauwell. Daar drong hij het oostelijk Ghates-gebergte met zijne vele ketenen binnen, waarvan de onderste zijden van basalt zijn gevormd en de kruinen met dennenbosschen zijn begroeid.

Van tijd tot tijd wisselden Phileas Fogg en Francis Cromarty een enkel woord. Op dit punt vatte de generaal het gesprek weder op, dat telkens afgebroken was en zeide:

"Voor eenige jaren, mijnheer Fogg, zoudt gij op deze plek een oponthoud hebben gevonden, dat uwe reis onmogelijk had gemaakt."

"Waarom, mijnheer Francis?"

"Omdat de trein ophield aan den voet van dit gebergte, dat men in een palankijn of op een bergpaard had moeten oversteken tot het station Kandallah op de tegenover liggende helling."

"Dit oponthoud zou volstrekt geen beletsel zijn geweest voor het nakomen van het programma mijner reis," antwoordde Fogg; "ik heb wel degelijk op eenige hinderpalen gerekend."

"Intusschen, mijnheer Fogg," hervatte de generaal, "hebt gij toch gevaar geloopen u eene groote moeielijkheid op den hals te halen door dat avontuur van uw bediende."

Passepartout, die zijne voeten onder zijn reisdeken had verborgen, sliep gerust en dacht er niet aan dat het gesprek hem gold.

"Het engelsch gouvernement," ging sir Francis voort, "is zeer streng, en terecht, voor zulke overtredingen. Het stelt er boven alles prijs op, dat men de zeden en den godsdienst der Hindoes eerbiedigt en als men uw bediende gevangen genomen had...."

"Welnu, als hij gevangen was genomen," antwoordde Fogg, zou hij veroordeeld zijn en zijne straf hebben ondergaan en daarna weder rustig naar Europa zijn teruggekeerd.