Jules Verne

Wij dachten enkel aan de toekomst. Kapitein Nemo verscheen noch in den salon, noch op het plat. De eerste stuurman nam dagelijks de hoogte der zon, en teekende die op de kaart aan, waardoor ik geheel op de hoogte bleef van de richting van den Nautilus. Dien avond werd het tot mijn groote tevredenheid duidelijk, dat wij door den Atlantischen Oceaan naar het Noorden gingen. Ik vertelde dit aan Ned en Koenraad.

"Een goede tijding," zei de eerste; "maar waar gaat de Nautilus heen?"

"Dat zou ik je niet kunnen zeggen, Ned."

"Zou de kapitein nu ook de Noordpool willen opzoeken en dan door de beruchte noordelijke doorvaart in den Grooten Oceaan komen?"

"Gij behoeft hem daarvoor niet te tarten," antwoordde Koenraad.

"Welnu," zei de Amerikaan, "dan zullen wij hem voor dien tijd de hielen laten zien."

"In allen gevalle," voegde Koenraad er bij, "is die kapitein een baas, en wij behoeven er geen berouw over te gevoelen, hem te hebben leeren kennen."

"Vooral als wij van hem af zijn," zei Ned Land.

Den volgenden dag, 1 April, toen de Nautilus weer aan de oppervlakte kwam, zagen wij eenige minuten voor twaalven de westkust. Het was het Vuurland, waaraan de eerste zeereizigers dien naam gaven, toen zij tallooze rookkolommen uit de hutten der inlanders zagen opstijgen. Het is een aaneenschakeling van eilandjes, 53 deg. tot 56 deg. Z.B. en 67 deg. 50' tot 77 deg. 15' W.L. De kust scheen lang te zijn, maar in de verte verhieven zich hooge bergen; ik geloof zelfs dat ik den Sarmiento zien kon, die 2070 meter hoog is; deze berg is een hooge piramide van leisteen, wier top, naarmate deze zichtbaar of met wolken omhuld is, fraai of leelijk weder aankondigt, zooals Ned Land zei.

"Dat is een flinke barometer, vriend."

"Ja, mijnheer, een natuurlijke barometer, die mij nog nooit bedrogen heeft, toen ik in de buurt van de straat van Magelhaen voer."

Op dat oogenblik teekende de top zich helder af tegen den blauwen hemel; dit was een voorteeken van schoon weder. Wij bedrogen ons niet. Toen de Nautilus weer onder water gedoken was, naderde hij de kust, waarlangs hij eenige kilometers ver heen voer. Door de ramen van den salon zag ik een menigte lianen en andere zeeplanten, waartusschen schelp- en weekdieren in groote menigte nestelden; otters en zeekalven speelden daartusschen rond en aten een menigte kleine dieren en planten op, zoodat zij volgens Engelsche mode, visch met groenten gebruikten.

Tegen den avond kwamen wij bij den archipel der Malouinen, wier scherpe toppen ik den volgenden morgen kon zien. De zee was hier maar middelmatig diep; ik dacht derhalve, en niet zonder reden, dat deze eilanden vroeger met het Vuurland als een groot vasteland verbonden waren. Zij werden waarschijnlijk door den beroemden John Davis ontdekt, die er den naam van Davis Zuidereilanden aan gaf. Later noemde Richard Hawkens ze Maagdeneilanden, totdat zij in 't begin der achttiende eeuw door visschers van St. Malo Malouinen, en eindelijk door de Engelschen Falklandseilanden genoemd werden.

In deze streken werden schoone visschen gevangen, eenden en ganzen vielen bij dozijnen op het plat neer; zij werden gemakkelijk gevangen en in de kombuis gebracht.

Toen de hoogste bergtoppen der Malouinen aan den gezichteinder verdwenen waren, liet de Nautilus zich tot op een diepte van twintig meter zinken en volgde nu de Amerikaansche kust. Kapitein Nemo vertoonde zich in het geheel niet. Wij bleven op de hoogte van Patagonie tot den 3den April, dan eens op, dan eens onder het zeevlak. De Nautilus dreef voorbij de groote golf, welke door de monding van den Rio la Plata gevormd wordt, en was 4 April op de hoogte der kust van Uraguay, maar bleef er omstreeks vijftig kilometer van af. Hij voer altijd nog noordwaarts en volgde de lange bochten der Zuid-Afrikaansche kust. Wij hadden sedert ons vertrek uit de wateren van Japan ongeveer 64000 kilometer afgelegd.

Tegen elf uur des morgens gingen wij onder den Steenbokskeerkring door op ongeveer 37 deg. W.L. en stevenden om kaap Frio. Tot groote spijt van Ned Land scheen de kapitein de bewoonde kuststreek van Brazilie te willen ontvlieden, want de Nautilus stoof met duizelingwekkende snelheid vooruit.