Jules Verne

"Het water komt op."

Ik sprong overeind, en zag dat het zeewater als een stortvloed de grot binnendrong; omdat wij in wezenlijkheid geen weekdieren waren, moesten wij trachten ons te redden. Binnen weinige oogenblikken waren wij boven in de grot in veiligheid. "Wat gebeurt er toch?" vroeg Koenraad; "is er een nieuw wonder voorgevallen?"

"Wel neen, vrienden," antwoordde ik, "het is eenvoudig de vloed die ons heeft overvallen. De zee buiten den berg rijst, en de wetten van het evenwicht leeren dat het meer binnen den berg dan ook rijzen moet. Wij zijn er met een half nat pak afgekomen, en zullen ons op den Nautilus gaan verkleeden."

Drie kwartier daarna hadden wij onzen tocht om het meer geeindigd, en waren wij weer aan boord. De mannen der equipage brachten op dat oogenblik de laatste vracht sodium binnen boord, zoodat de Nautilus aanstonds had kunnen vertrekken; doch de kapitein gaf daartoe geen bevel. Wilde hij daartoe den nacht afwachten en heimelijk door de onderzeesche opening varen? Misschien. Hoe het ook zij, den volgenden morgen had de Nautilus zijn haven verlaten, en voer, ver van elk vast land, op eenige meters voort onder de golven van den Atlantischen Oceaan.

HOOFDSTUK XXXV

De Krooszee.

De richting van den Nautilus was niet veranderd. Wij moesten voor het oogenblik dus alle hoop laten varen om naar eenige Europeesche zee terug te keeren. Kapitein Nemo bleef den koers naar het Zuiden richten. Waar voerde hij ons heen? Ik kon het mij niet voorstellen.

Dien dag doorkliefde de Nautilus een zonderling gedeelte van den Atlantischen Oceaan; iedereen kent het bestaan van den warmen stroom, die onder den naam van Golfstroom bekend is. Nadat hij de golf van Mexico onder langs kaap Sable verlaten heeft, richt hij zich rechtstreeks naar Spitsbergen; doch op ongeveer 44 deg. N.B., even nadat hij de golf van Mexico heeft verlaten, verdeelt hij zich in twee takken; de voornaamste richt zich naar de kusten van IJsland en Noorwegen, terwijl de andere op de hoogte der Azorische eilanden zuidwaarts stroomt, en daarna tegen de Afrikaansche kust stuitende, een ovaal beschrijft en naar de Antillen terugkeert.

Deze tweede tak van den warmen stroom gaat dus met zijn golven om een koud, bijna stilstaand en onbeweeglijk gedeelte van den Oceaan, dat men de Krooszee noemt. Het is een meer in het midden van den Oceaan, om hetwelk het water van den grooten stroom in niet minder dan drie jaar heenloopt.

De Krooszee bedekt, om zoo te zeggen, het land dat door den Oceaan is verzwolgen. Sommige schrijvers hebben zelfs beweerd, dat het zeegras, hetwelk in deze zee in groote menigte ronddrijft, van de weiden van dit vroegere vasteland afkomstig is. Waarschijnlijk echter is dit zeegras en wier afkomstig van de kusten van Europa en Amerika, en wordt door den Golfstroom tot op deze hoogte medegesleept. Dit was een van de redenen, die Columbus deden gelooven aan het bestaan van een nieuwe wereld. Toen de schepen van dezen koenen zeevaarder in de Krooszee kwamen, hadden zij werk om door dit gras heen te komen, omdat het tot groote ontsteltenis van de equipage hunne vaart tegenhield; zij besteedden zelfs drie weken er over om er doorheen te worstelen.

Zoo was de streek, door den Nautilus op dit oogenblik bezocht: het was een wezenlijke weide, zulk een dicht tapijt van gras, zeekroos en wier, dat een schip er niet zonder moeite kon doorvaren. Kapitein Nemo wilde zich met zijn schroefboot dan ook niet in deze massa gras wagen, en bleef op eenige meters diepte onder de golven.

De Krooszee wordt ook wel Sargasso-zee genoemd, naar het Spaansche woord "Sargazzo" dat zeewier beteekent, omdat deze uitgestrekte bank door deze plant gevormd wordt. Ziehier waarom deze planten volgens den geleerden Maury, den schrijver van de Natuurkundige aardrijksbeschrijving zich vereenigen in dit kalme gedeelte van den Atlantischen Oceaan.

"Men kan," zegt hij, "dat verschijnsel verklaren door een proef, die elkeen kent. Als men in een bak met water eenige stukjes, kurk of andere voorwerpen laat drijven, en men aan het water een draaiende beweging geeft, dan zal men die verspreide stukjes zich in het midden zien bijeen voegen, dat is daar waar het water het minst in beweging is.