Jules Verne

Maar de kapitein wilde geen dag, geen uur zelfs verliezen om de zee te bereiken waar het dier het laatst gezien was. Hij liet den machinist op het dek komen.

"Hebben wij drukking genoeg?" vroeg hij.

"Ja wel, mijnheer," antwoordde de machinist.

"Go head!" riep daarop kapitein Farragut.

Dit bevel werd naar de machinekamer overgebracht door middel van een toestel met samengeperste lucht, en de onder-machinist draaide de kruk om, welke de machine in beweging moest brengen; de stoom drong sissende in de geopende pijpen; lange horizontale stampers zuchtten en brachten de zuigerstang in beweging, de schroef draaide met toenemende snelheid in het water rond, en de Abraham Lincoln stoomde statig voorwaarts, te midden van een honderdtal kleine schepen en bootjes vol toeschouwers, die het fregat uitgeleide deden.

De kaaien van Brooklyn en van New-York langs de Oostrivier wemelden van nieuwsgierigen. De hoezee's van 500,000 monden barstten achtereenvolgens los. Duizenden zakdoeken wuifden boven de dichte menigte en riepen de Abraham Lincoln een laatst vaarwel toe, totdat het schip in de Hudson kwam, tegenover het uiteinde van het schiereiland, waarop New-York gebouwd is. Toen volgde het aan de zijde van New-Jersey den schoonen, met buitenplaatsen bezaaiden rechteroever van den stroom, en stoomde tusschen de forten door, welke het met kanonschoten begroetten. De Abraham Lincoln beantwoordde dien groet met het driemaal hijschen van de Amerikaansche vlag, waarvan de 39 sterren aan de bazaansmast prijkten; daarop verminderde het fregat zijne snelheid om het afgebakende vaarwater te houden, hetwelk met eene bocht door de binnenbaai bij Kaap Sandy-Hook loopt, en stoomde strijkelings voorbij deze zandige landtong waar duizenden toeschouwers het nog eens toewuifden.

De vloot van scheepjes en booten volgde het fregat nog altijd en verliet het niet eer dan op de hoogte van het vuurschip, welks beide lichten den ingang van het nauwe vaarwater te New-York aanduiden.

Het sloeg toen drie uur. De loods ging weer in zijne boot en roeide naar den schoener, die hem onder den wind wachtte. De vuren werden aangestookt, de schroef draaide sneller in de golven, het fregat liep langs de gele en lage kust van Long-Island, en om acht uur des avonds stoomde het met volle kracht over de grauwe golven van den Oceaan voorwaarts na in het noordwesten de vuur-bakens van Fire-Island uit het oog te hebben verloren.

HOOFDSTUK IV

Ned Land.

Kapitein Farragut was een flink zeeman, en het fregat waard dat hij commandeerde. Zijn schip en hij vormden slechts een geheel; hij was er de ziel van. Hij twijfelde geen oogenblik aan het bestaan van den eenhoorn, en hij duldde niet dat men daarover aan boord twistte. Hij geloofde er aan, zooals sommige oude wijven aan het bestaan van den Leviathan gelooven, uit geloofsovertuiging, niet door redeneering. Het monster bestond, hij zou er de zee van bevrijden, dit had hij gezworen. Het was een soort van ridder van Rhodus, een Dieudonne de Gozon, die de slang opzocht, welke dit eiland verwoestte. Of de kapitein zou den eenhoorn dooden of dit dier zou den kapitein dooden; een middelweg bestond er niet. De officieren deelden het gevoelen van den commandant. Men had ze eens moeten hooren spreken over de verschillende kansen eener ontmoeting, en den uitgestrekten Oceaan zien bekijken. Meer dan een hield vrijwillig de wacht op de bramsteng, die zulk een baantje onder andere omstandigheden zou verwenscht hebben. Zoolang de zon hare dagelijksche loopbaan aan den hemel beschreef, zat het want vol matrozen, wien de planken onder de voeten brandden zoodat zij op het dek niet konden blijven staan. En toch kliefde de Abraham Lincoln de golven van den Grooten Oceaan nog niet!

Wat de equipage betrof, deze verlangde niets liever dan om den eenhoorn te ontmoeten, hem te harpoenen, aan boord te hijschen en aan stukken te snijden; de matrozen bekeken de zee met bijzondere oplettendheid. Bovendien had de kapitein gesproken van eene som van 2000 dollars, welke uitbetaald zou worden aan iedereen, matroos of kajuitsjongen, bootsman of officier, die het dier zou aanwijzen.